top of page

My conversation with... Fouad el Ouazizi

Updated: Jul 8, 2019

[ENGLISH BELOW]


Mijn gesprek met…

Fouad el Ouazizi – Data-analist bij zorgverzekeraar

‘Als je moslim bent, weet je dat je anderen met vrede moet behandelen.’

Hij komt binnenlopen met een grote grijns op zijn gezicht. ‘Sorry dat ik wat later ben, buitenlanders hè!’, lacht hij. Fouad is een oud-collega, hij is een Nederlandse Marokkaan en hij is moslim. Dit zeg ik er allemaal bij, omdat dit precies de onderwerpen zijn waarover ik hem tijdens de lunchpauzes op werk altijd ondervroeg en waarover we tot in den treuren konden discussiëren. In de korte tijd dat we samenwerkten heb ik veel van hem kunnen leren en hebben we ontzettend veel lol gehad over de kleine culture clashes die we tussen ons opmerkten. Ik heb alvast de meest comfortabele stoelen uitgezocht bij de Douwe Egberts. Na een kort gevecht over wie de koffie betaalt en te hebben bij gekletst over hoe het gaat met de collega’s (‘Toen ik collega’s vertelde dat ik met je af zou spreken, waren we het er allemaal over eens dat jij zo’n rare bent, Lotte. Met je gekke vragen altijd. Dat bedoel ik positief.’) kan ik het niet laten een aantal voor de hand liggende vragen te stellen over allochtonen, de cartoonwedstrijd van de PVV en de Marokkaanse cultuur. Hij vertelt me dat bijna al zijn vrienden allochtonen zijn en vraagt me hoe dat bij mij zit. Ik kom met een aantal excuses waarom het echt geen kwade wil is dat mijn vriendengroep een nogal homogeen clubje is en samen brainstormen we over waarom dit zo is. Een definitief antwoord blijft uit, maar het lijkt met iets met herkenning of verbondenheid te maken te hebben. Over de soms heftige reactie rondom het afbeelden van de profeet Mohammed legt Fouad me het volgende uit: De relatie die veel mensen hebben tot God is iets wat mensen vaak intens voelen, het is erg intiem. Kun je je voorstellen dat mensen boos worden wanneer je een familielid of geliefde van ze beledigt? Nou, zo voelt dat voor veel mensen. Vrijheid van meningsuiting en respect zijn beide heel belangrijk in de maatschappij en soms lijkt het dat respect daarin een beetje vergeten wordt. Politieke leiders zouden meer op zoek moeten gaan naar gemeenschappelijkheden, maar partijpolitiek maakt dit erg lastig. Om er maar meteen weer een ander cliché bovenop te gooien, gaat het gesprek verder over terrorisme. Fouad zegt het niet eens te zijn met dat hij afstand zou moeten nemen van aanslagen. Hij is heel helder in zijn mening: 'Als je moslim bent, weet je dat je anderen met vrede moet behandelen. Als je zulke gruwelijke dingen kunt doen, dan kan dat nooit vanuit het geloof zijn.' Ik denk hardop na over wat hij zegt. Het enige verhaal wat mensen horen over de Islam is dat van de extremist of van terrorisme en het verhaal van de gematigde Islam blijft uit. Het is als een vacuüm dat wordt opgevuld door het verhaal dat zich het eerst of het meest uitgesproken voordoet. Fouad is over elk maatschappelijk onderwerp dat ik aansnijd erg genuanceerd en weloverwogen, wat het natuurlijk niet makkelijker maakt bij het schrijven van dit stukje. Ik besef me heel goed dat ik Fouad veel te veel als spreekbuis van een hele grote bevolkingsgroep zie in mijn hoofd. Of zoals Fouad zei: ‘Het wordt echt eens tijd dat je eens wat meer allochtone vrienden maakt, Lotte.’

 

My conversation with… Fouad el Ouazizi – Data analyst at a health insurance company

‘If you’re a Muslim, you know you should treat others peacefully.'

He walks in with a big grin on his face. ‘Sorry I’m a little late, I’m a foreigner, what can I say!, he says jokingly. Fouad is an ex-colleague of mine, he is Dutch-Moroccan and he’s a Muslim. I say all this, because these are precisely the topics I used to constantly ask him about during lunch time at work and about which we would have endless debates. In the short time we worked together, I learned a lot from him and we had plenty of hilarious little culture clashes between us. If managed to claim the most comfortable seats at the Douwe Egberts. After a short quarrel about who will pay for the coffee and catching up on how my former coworkers are doing (‘When I told the colleagues I was going to see you, we all agreed that you are such a strange person, Lotte. Always asking your silly questions. I mean that in a positive way!’) I cannot help but ask him some obvious questions about migration, the PVV’s (Dutch right-wing party) cartoon competition, and Moroccan culture. He tells me that pretty much all of his friends are (children of) migrants and asks me about mine. I come up with a number of excuses to defend that the fact that my circle of friends is so homogenous is not out of ill will and together we brainstorm about why this is the case. We don’t manage to settle on a final answer, but it seems to have something to do with recognition or being connected. About the sometimes emotional responses to drawings of the Prophet Muhammed Fouad explains the following: ‘The relationship some people have with God is something that is often experienced very intensely by them, it’s very intimate. Can you imagine that people get angry when a family member or a lover gets insulted? Well, that’s how it feels to some people. Freedom of speech and respect are both very important in society but sometimes it seems like respect is forgotten. Political leaders should aim to find common ground instead, but party politics makes it very difficult.’ Just to ask him about another cliché, the conversation topic changes to terrorism. Fouad says that he doesn’t think he should distance himself from terrorist attacks. He is very clear in his opinion: ‘If you’re a Muslim, you know you should treat others peacefully. If you can do such an awful thing, this can never come from your religion.’ I’m thinking out loud about what he just said: ‘The only story people hear about the Islam is about extremists or terrorism and the story of moderate Muslims does not reach people. It’s like a vacuum that is filled by the story that presents itself first or most explicitly.’ Fouad is very nuanced about every social topic I bring up, which of course does not make it easier to write this piece. I’m very aware that I’m using Fouad as a mouthpiece for an entire group of people. Or as Fouad put it: ‘It’s about time you make some more migrant friends, Lotte.’


Auteur: Lotte Cloostermans

Comentarios


Anchor 1
bottom of page